Criminologe Frederike Ambagtsheer onderzocht hoe vaak illegale orgaanhandel in Nederland voorkomt.
Criminologe Frederike Ambagtsheer, onderzoeker bij de afdeling Nefrologie en Transplantatie van het Erasmus MC, coördineert een grootschalig Europees onderzoek naar orgaanhandel. Uit haar enquête onder Nederlandse behandelaars van nierpatiënten, vorig jaar, blijkt dat bijna de helft van hen de afgelopen vijf jaar patiënten behandeld heeft die naar het buitenland waren gereisd voor een niertransplantatie, en dat 40 procent vermoedt of zeker weet dat ze te maken hebben gehad met organen die gekocht zijn.
Dit wil niet zeggen dat er even zoveel gevallen zijn van orgaanhandel, omdat de enquête dubbeltellingen kent (een patiënt heeft meerdere behandelaars). Het precieze aantal gevallen van orgaanhandel in Nederland is onbekend.
Uit uw onderzoek blijkt dat de meeste patiënten die een nier kopen allochtoon zijn. Hoe is dat te verklaren?
“De meeste patiënten hebben een affiniteit met het land of regio waar ze naartoe reizen voor een transplantatie. Ze hebben vaak meer moeite om een goede levende donor in Nederland te vinden. In hun land van herkomst kan het kopen van organen gangbaarder zijn, zoals Iran, Pakistan of China. Bovendien hebben ze daar netwerken – familie of vrienden – die hen helpen met het vinden van een donor.”
Hoe gaan artsen om met hun vermoedens van orgaanhandel? Informeren ze de politie?
“Artsen behandelen patiënten die nieren hebben gekocht in principe als andere patiënten, conform de eed van Hippocrates. Hun beroepsgeheim verhindert artsen de politie in te lichten. Ook mogen zorgverleners niet zonder toestemming van de patiënt informatie uit het medisch dossier delen. Artsen zijn geen rechercheurs, het is belangrijk deze functies te scheiden.”
Hoe moet orgaanhandel bestreden worden?
“Op de website van ons onderzoeksproject – hottproject.com – worden onze aanbevelingen uitvoerig besproken. Een van de aanbevelingen is dat er een centraal meldpunt komt waar zorgverleners de namen van betrokken artsen, ziekenhuizen en bemiddelaars anoniem en niet herleidbaar tot een patiënt kunnen melden. Zo ontstaat een beter beeld van de aard en omvang van orgaanhandel. Ook denk ik dat het goed is om de kern van het probleem – lange wachtlijsten – aan te pakken. Denk aan een beloning voor donoren die vrijwillig hun nier afstaan, bijvoorbeeld een levenslange, gratis ziektekostenverzekering.”