Jouw nieuwe smartphone is een dikke middelvinger naar kinderen in Congo, fabrieksmeisjes in China en de klimaatontwrichting die je kinderen en hun kinderen te verstouwen krijgen.
Jouw nieuwe smartphone is een dikke middelvinger naar kinderen in Congo, fabrieksmeisjes in China en de klimaatontwrichting die je kinderen en hun kinderen te verstouwen krijgen.
PATS! DAAR LAG-IE OP DE BADKAMERVLOER, met het scherm in gruzelementen. Dat wordt een dure reparatie. Maar wacht, misschien is het ook een mazzeltje: na twee jaar mag ik best een nieuwe telefoon, toch? Gewoon het contract verlengen en voor je het weet heb je een fonkelnieuwe iphone 8 – het nieuwste paradepaardje van Apple – in je kontzak.
Ik geef toe: ik ben een sucker voor gadgets. ’s Werelds grootste en meest winstgevende elektronicabedrijf hoeft maar een marginaal verbeterd model te presenteren en ik houd mezelf al snel voor dat een man van de wereld dit pareltje zichzelf eigenlijk niet kan ontzeggen. Maar dit keer bekroop me een ongemakkelijk gevoel. De verdiensten in de journalistiek zijn niet meer wat ze tien jaar geleden waren, toen de smartphone voor het eerst in Nederland op de markt kwam, dus de vraag was sneller gesteld dan de vorige keren dat ik een nieuw toestel mocht uitzoeken: ga ik echt 809 euro – ook al is het uitgesmeerd over twee jaar – neerleggen voor het nieuwste vlaggenschip uit Cupertino, California? En wat koop ik dan eigenlijk?
Eigenlijk een loser
Smartphones zijn een statussymbool. Met het nieuwste model in je hand laat je zien dat je smaak hebt, dat je wat te besteden hebt en dat je tot de technovoorhoede hoort. Je laat zien dat je jezelf een speeltje gunt dat duurder is dan een koelkast en wasmachine bij elkaar. Maar het is natuurlijk helemaal niet cool. Pronken met de nieuwste smartphone is zó 2007. Je laat juist zien dat je je er weer in hebt laten lullen: voor 809 euro koop je iets dat nauwelijks beter is dan wat je had. En de laatste jaren sta je steeds meer voor lul. ‘De verschillen tussen smartphonegeneraties worden kleiner, terwijl de prijzen van de nieuwste modellen blijven oplopen,’ concludeerde tech-redacteur Marc Hijink van NRC Handelsblad na vergelijkend onderzoek.
Neem die nieuwe iPhone 8. Een glazen achterkant? Who cares – je ziet die achterkant toch nooit omdat een smartphone het in de echte wereld geen dag uithoudt zonder beschermhoesje. Draadloos opladen? Nooit gemerkt dat één keer per dag een stekkertje inpluggen een last is waarvan we ons nu eindelijk voor 809 euro kunnen verlossen. En moesten we een paar jaar geleden niet juist alle accessoires met een draadje vervangen, omdat Apple had bedacht dat een nieuw stekkertje zonder boven- en onderkant veel handiger was, met name voor het opladen? Waterbestendig? Apple gelooft er zelf ook niet in, want volgens de kleine lettertjes valt ‘vloeistofschade niet onder de garantie’. Et cetera.
Hamvraag
En dan de hamvraag: hebben al deze technologische hoogstandjes invloed op waar ik dat ding toch vooral voor gebruik: contact met mensen en de wereld? Worden mijn telefoongesprekken, whatsappjes en facebookposts leuker, waardevoller of liefdevoller? Wordt het lezen van nieuwsberichten bij de bushalte of het checken van Buienradar nu ineens interessanter en verrijkender?
Wie het nieuwste model van Apple of Samsung in zijn broekzak heeft, is dus eigenlijk een loser. Maar hé, ieder zijn ding: als jij graag 809 euro wilt betalen om jezelf voor schut te zetten en mee te huppelen in de technovoorhoede, wie ben ik dan om je feestje te bederven.
Ware het niet dat anderen de rekening betalen voor jouw extravaganza om elke twee jaar – lang voordat de batterij versleten is of de hardware te traag wordt voor de nieuwe, zwaardere software – het nieuwste pronkjuweeltje in huis te halen. Jouw nieuwe smartphone is ook een middelvinger naar kinderen in Congo, fabrieksmeisjes in China en de klimaatontwrichting die je kinderen en hun kinderen te verstouwen krijgen.
Mondiale e-waste
In de tien jaar dat de smartphone bestaat, zijn er meer dan zeven miljard geproduceerd. Naar verwachting zal in 2020 zeventig procent van de wereldbevolking een smartphone hebben. En bijna tachtig procent van alle nieuwe exemplaren vervangt een ouder model (vaak te vroeg, waarover later meer).
Deze indrukwekkende groei laat zijn sporen na. Het produceren van een smartphone kost veel energie die vrijwel volledig wordt opgewekt door het verbranden van fossiele bronnen en zo bijdraagt aan klimaatverandering. De afgelopen tien jaar vergde het produceren van die 7 miljard smartphones circa 968 TWh aan elektriciteit; net zoveel als India – ’s werelds op een na volkrijkste land – in een jaar verbruikt.
De hoeveelheid energie die nodig is om een smartphone te produceren, neemt overigens gestaag toe. Dat smartphones steeds zuiniger worden in het gebruik doet daar weinig aan af. Het energiegebruik tijdens gebruik (opladen) is slechts 20 procent van de totale energievraag (productie, distributie, ontmanteling et cetera). In een smartphone huizen meer dan zestig verschillende grondstoffen. Het delven van deze grondstoffen zorgt voor grote milieubelasting en vernietiging van natuur. Een aantal is zeer zeldzaam; de mondiale voorraden van het vooralsnog onmisbare indium zijn naar verwachting over veertien jaar op.
Je telefoon mag nog zo slim zijn, de aarde plunderen zonder na te denken over de (nabije) toekomst is dat niet. Smartphone-producenten kloppen zichzelf op de borst over innovatie, maar recycling moeten ze nog ontdekken: slechts 16 procent van de mondiale e-waste wordt hergebruikt. De rest komt op vuilnishopen terecht, verdwijnt in de verbrandingsoven of wordt geëxporteerd naar arme landen waar het veelal op een onveilige en milieuonvriendelijke manier wordt gesloopt. Dom, want hightech elektronica bevat veel waardevolle stoffen.
De coolste smartphone is een oude, trage bak met een gebroken scherm.
Apple maakt dit voorjaar bekend op termijn alleen gerecyclede materialen te gebruiken. Hulde, maar helaas weet de tech-reus nog niet hoe en wanneer dit streven werkelijkheid wordt.
Menselijke kosten
Wat ook helpt, is als consumenten als jij en ik die prachtige apparaten niet zo snel afdanken. In Nederland wordt een smartphone gemiddeld drie jaar gebruikt, veel korter dan ze doorgaans mee kunnen. De meest voorkomende problemen zijn een kapotte batterij, een gebarsten scherm of een camera die het niet meer doet. Zes op de tien mensen laten dit niet repareren, omdat ze denken dat het te duur is. In werkelijkheid kosten de meest voorkomende reparaties voor gangbare modellen tussen de 40 en 100 euro – ook voor een dure iphone of Samsung. En zo liggen in Nederland drie miljoen kapotte mobieltjes te verstoffen in ladekastjes. Al het goud in die mobieltjes is goed voor 15.000 trouwringen, rekende de onafhankelijke voorlichtingsorganisatie Milieu Centraal voor.
En dan zijn er nog de menselijke kosten van onze zucht naar de nieuwste smartphone. Neem het conflictmineraal cobalt, met name gewonnen in de mijnen van Congo. Amnesty International trof er kinderen van zeven jaar aan die twaalf uur per dag keihard werken in levensgevaarlijke omstandigheden. Volgens UNICEF werken in de Congolese mijnen circa 40.000 kinderen, een derde van het totaal aantal werknemers. Ook volwassenen doen hun werk onbeschermd en kampen met onder meer ademhalingsklachten. De lonen zijn nog geen dollar per dag, er is uitbuiting, geweld, afpersing en intimidatie. Amnesty kan van zestien grote internationale merken – de maker van jouw smartphone zit er geheid tussen – aantonen dat zij hun grondstoffen uit deze mijnen halen. Geen van de fabrikanten kan garanderen dat dit niet zo is.
Ook in de Chinese fabrieken lijden mensen voor jouw nieuwe smartphone met iets groter scherm. Nog altijd springen gedesillusioneerde jongens en meisjes van het dak omdat ze de druk in de fabriek niet aankunnen, zo berichtte de Wall Steet Journal onlangs. Een paar jaar geleden bezocht ik de Chinese fabrieken waar Apple zijn spullen laat maken (zie VN 6 juni 2011, vn.nl), sprak tientallen fabrieksarbeiders en zag met eigen ogen hoe vreselijk zwaar en monotoon hun werk is. Niemand wil lang in die fabrieken blijven werken, iedereen hoopt dat dit het begin is van een beter leven dan op het platteland waar ze vandaan komen. Maar de lonen zijn veel te laag om een leven op te bouwen. Ze nemen het zware werk voor lief omdat ze arm zijn, maar een mogelijkheid om eraan te ontsnappen biedt het ze niet.
In plaats van zich te fixeren op een scherm van een paar vierkante millimeter groter, moeten de Apples en Samsungs van deze wereld nu eens werkelijk innoveren.
Wanneer komt er een smartphone die niet afhankelijk is van kinderarbeid en miljoenen Chinese jongens en meisjes een eerlijk loon laat verdienen? Wanneer gaan fabrikanten een telefoon ontwerpen die écht klaar is voor de 21ste eeuw en dus volledig circulair – geen afval, geen nieuwe grondstoffen – wordt geproduceerd? Een telefoon die gewoon lang meegaat, niet bij elke onnodige software update trager wordt en waarvan onderdelen makkelijk te vervangen en te upgraden zijn?
Welbeschouwd is de sobere Fairphone – die precies daarnaar streeft – de grootste uitvinding sinds de introductie van de iphone tien jaar geleden. Als je echt een nieuwe telefoon nodig hebt, koop dan een Fairphone.
Tot die tijd ben je er trots op dat jij de valse Sirenen van de commercie weerstaat. En als je wat langer moet wachten voordat een app start, glimlach je voldaan bij de gedachte dat er voor jou geen mensen en milieu onnodig lijden. Want de coolste smartphone is een oude, trage bak – liefst met een gebroken scherm.
Luister hier naar een gesprek met Evert Nieuwenhuis over dit onderwerp in de Tros Nieuwsshow (Radio 1).