Het voelt zo clean: op de bank lekker Netflixen, fotootje appen, videootje sharen. Maar ons digitale leven laat een spoor van vernieling achter in de echte wereld.
Het voelt zo clean: op de bank lekker Netflixen, fotootje appen, videootje sharen. Maar ons digitale leven laat een spoor van vernieling achter in de echte wereld.
Wie kijkt er nog tv? Bij ons thuis bijna niemand. Mijn oudste dochters (10 en 8) verliezen zich liever in hun tablets. Vlogs zijn leuker dan Het Klokhuis en ‘als een tv-programma cool is, staat het wel op YouTube’, zeggen ze. Godzijdank hebben ze nog geen smartphones met WhatsApp, Facebook of Instagram. Met lichte weemoed denk ik terug aan de tijd (nog maar één of twee jaar geleden) dat we gezamenlijk tv keken – zelfs de ruzies over welke dvd gedraaid werd (‘Niet weer Pippi Langkous!!!’) komen me nu als gezellig voor. Nu kijkt iedereen alleen met zijn eigen apparaat naar zijn eigen prutvlogje (‘Check mijn nieuwe oogschaduw! Maar één euro bij de Action!’).
Wolkjes CO2
Onze honger naar bits, bites en bandbreedte is onverzadigbaar. Niet alleen thuis, maar overal en altijd – we hoeven ons maar een seconde te vervelen en we staren naar ‘het dwaallicht van onze telefoon’, om een zin te lenen uit Arjen van Veelens recente roman Aantekeningen over het verplaatsen van obelisken.
Daar kun je mistroostige filosofische, psychologische en sociologische bespiegelingen over houden, maar waarom moet Het Geweten – VN’s hoeder van het groene leven – zich daarover opwinden? Zijn WhatsApp en YouTube nu ook al slecht voor het milieu? Het voelt zo clean en onschuldig: op de bank lekker Netflixen, fotootje appen, videootje sharen, Spotify leegtrekken, Facebook checken. Je vingers glijden over je scherm en het internet trekt frictieloos aan je voorbij – als een, tja, virtuele wereld.
Maar in de echte wereld laat ons digitale leven een spoor van vernieling na. Het internet vraagt massa’s elektriciteit: al die films, videootjes, foto’s apps, gifjes en ander dataverkeer moet opgeslagen worden en door de aderen van het internet gepompt. Met elke kilobyte die je op je smartphone of tablet binnenhaalt, gaat ook een wolkje CO2 de lucht in. Volgens een veel geciteerd rapport kost een uur per week video streamen op jaarbasis meer energie dan twee koelkasten in datzelfde jaar aan energie vragen. Pardon? Bij ons thuis kijkt iedereen (de jongste van één jaar tel ik niet mee) met gemak vier uur per week naar films en videootjes op een iDing, dus voor ons kijkplezier snorren ergens ter wereld dag en nacht 32 onzichtbare koelkasten. Twee-en-dertig!
Met elke kilobyte die je op je smartphone of tablet binnenhaalt, gaat ook een wolkje CO2 de lucht in
Onzichtbaar verbruik
Hoe kan dat? Het energiegebruik van ons digitale leven bestaat uit vier componenten. Twee ervan kun je je makkelijk voorstellen: de energie die nodig is om het apparaat te produceren en te vervoeren (16 procent van het totaal) en om het te laten functioneren (de stroom die uit jouw stopcontact komt; 34 procent). Twee andere componenten liggen minder voor de hand: datacenters (waar bedrijven als Google, Facebook en Netflix hun data stallen; 21 procent van het totaal) en het netwerk (de hardware van het internet, 29 procent).
Dat kost stroom – veel stroom. Momenteel is het elektriciteitsgebruik van alle ICT circa 12 procent van het totale mondiale gebruik. Stel dat de ICT-sector een land is, dan zou het na China en de VS ’s werelds grootste elektriciteitsslurper zijn (dit slaat op de gehele ICT-sector, variërend van de kattenfilmpjes die jij thuis kijkt tot het internationale betalingsverkeer). Onze apparaten, datacenters en de hardware van het internet worden weliswaar steeds zuiniger, maar dit weegt niet op tegen de enorme groei van het dataverkeer. Netto groeit de elektriciteitsvraag van de ICT-sector jaarlijks met 7 procent, twee keer meer dan de totale, mondiale groei van de elektriciteitsproductie.
Pakhuizen
Het eind van deze groeiende elektriciteitsvraag is nog niet in zicht omdat onze honger naar snel en draadloos internet (wat meer elektriciteit kost dan bedraad) blijft groeien. In 2003 had de wereld 5 exabytes (1 exabyte is 1 miljard gigabytes) aan digitale content geproduceerd en via het internet verplaatst, nu komt deze hoeveelheid er elke paar dagen bij. Over twee jaar zal het dataverkeer meer dan tienduizend exabyte zijn. Al deze data worden opgeslagen in datacenters. Het koelen van deze pakhuizen van de digitale economie vraagt veel elektriciteit. Een groot datacenter verbruikt net zoveel elektriciteit als een middelgrote stad.
Hoe meer smartphones, hoe meer stroomvretende datacenters.
Deze groei zou nog veel groter kunnen zijn, nu ook je thermostaat, koelkast en deurbel met camera online willen. Het Internet of Things (IoT) bestaat nu naar schatting uit zo’n 23 miljard apparaten. Over vijf jaar zal dit aantal verdubbeld zijn. Vooral observatiecamera’s pikken veel bandbreedte en serverruimte in. ICT-gigant Cisco schat dat het internetverkeer dankzij deze camera’s tussen 2014 en 2015 bijna is verdubbeld en over drie jaar vertienvoudigd zal zijn.
Hoe meer mensen een smartphone hebben, hoe meer stroomvretende datacenters, zendmasten en internethubs nodig zijn. Op mijn dochters na heeft iedereen in Nederland nu wel een smartphone, maar in de rest van de wereld nog niet. Hoewel, de smartphone gaat ook in arme en opkomende landen viral: naar verwachting zal in 2020 70 procent van de wereldbevolking een smartphone hebben. Je maakte je misschien zorgen over het moment waarop elke Chinees en Indiër een koelkast heeft, maar dat ze allemaal een smartphone met pak ’m beet twaalf onzichtbare koelkasten krijgen, is zorgwekkender.
Hoe meer smartphones, hoe meer stroomvretende datacenters
De beste uitvinding sinds tv is streaming video. Wie kan nog zonder Netflix met z’n House of Cards, Stranger Things en Suits? Wie wil nog gebukt gaan onder de nukken van een Hilversumse zendcoördinator die bepaalt wanneer jij klaar moet zitten om je favoriete tv-serie te zien?
Maar juist streaming video-diensten vragen enorm veel bandbreedte en zijn dus milieubelastend. Streaming video (ook wel on demand video) is een van de grootste aandrijvingen van de groei van internetverkeer voor consumenten. In Amerika zijn ze al goed voor 70 procent van het downstream internetverkeer, in Europa is dat ruim 45 procent. In 2020 zal 80 procent van al het internetverkeer van consumenten bestaan uit videodiensten als Netflix en HBO. In dat jaar zal elke seconde een kleine miljoen minuten aan videocontent door het internet razen.
Groene plotwending
Hoe meer bits en bytes over de wereld gaan, hoe meer CO2 er wordt uitgestoten. En dat terwijl we in enkele decennia praktisch nul CO2 moeten uitstoten om ernstige klimaatontwrichting te voorkomen.
Maar er lijkt zich een groene plotwending aan te dienen: internetgiganten zetten in op schone energie. In 2011 kondigde Facebook als eerste aan dat op termijn hun servers alleen nog op honderd procent groene stroom draaien – volgens Greenpeace een ‘meaningful long-term commitment’. Apple en Google volgden met soortgelijke beloften en halen die ook voor een groot deel (zie infographic). Apple zet zelfs een groen energiebedrijf op en investeert in duurzame energie voor de Chinese productielocaties van zijn toeleveranciers.
De übercoole tech-reuzen zetten een trend en tientallen kleinere en minder bekende bedrijven volgen. Juist omdat de ICT-sector grootafnemer is, zetten ze energiebedrijven en overheden onder druk om meer te investeren in groene energie, zegt Greenpeace in een rapport Clicking Green. De ICT-sector zou zo een belangrijke aanjager van een mondiale transitie naar groene energie kunnen zijn.
Zover is het nog niet. In Oost-Azië, waar een groot deel van de groei in internetverkeer plaatsvindt, blijven datacenters en internet-hardware draaien op grotendeels vuile kolenstroom. Ook in Nederland moeten veel ICT-bedrijven nog kleur bekennen. KPN en dochterbedrijven als XS4All gebruiken al 100 procent groene stroom (hulde! dit is voor de groene websurfer dus de aangewezen provider) maar andere providers, zoals Ziggo, Vodafone of Telfort, hebben nog een lange weg te gaan. En Netflix draait nog voornamelijk op kolen.
Tot die tijd gaan wij thuis vaker gezellig ruzie maken over wat we met elkaar op tv gaan zien, om vervolgens lekker naar Pippi Langkous te kijken. Op dvd.
De beste keuze
Hoe vervuilend zijn onze digitale verpozingen? Greenpeace zette op een rij hoe groen de tech-giganten zijn. A is groen (veel schone elektriciteit), F is vies (veel kolen).
Video YouTube: A; HBO: D; Netflix: D
Audio iTunes: A; Spotify: D; Pandora: F
Berichten iMessage: A; WhatsApp: A; Skype: B
Zoeken Google: A; Yahoo: B; Bing: B
Sociale media Facebook: A; Instagram: A; LinkedIn: B; Pinterest: F; Twitter: F
Selectie uit rapport Clicking Clean (2017) van Greenpeace.