Vorige week verscheen zijn langverwachte ‘Energierapport’. Maar wil minister Kamp wel echt duurzame energie?
Vorige week verscheen zijn langverwachte ‘Energierapport’. Maar wil minister Kamp wel echt duurzame energie?
Elk kind kent het trucje: als je iets moet doen waar je geen zin in hebt, zeg je dat je het gaat doen, maar ondertussen ga je lekker verder met waarmee je bezig bent. ‘Ik kom! Ik kom alllll!’ roept je dochtertje als ze naar school moet – maar ondertussen speelt ze verder met d’r Barbies. Meestribbelen heet dat.
Minister Henk Kamp (Economische Zaken, VVD) is een meester in meestribbelen. Vorige week verscheen zijn langverwachte ‘Energierapport’ met de veelbelovende ondertitel ‘Transitie naar duurzaam’. Eindelijk zou de minister duidelijk maken hoe Nederland gas, kolen en olie verruilt voor windmolens, zonnepanelen en andere groene bronnen. Cruciale stappen om het Parijse klimaatakkoord na te leven, de Europese emissiedoelen te halen en het Energieakkoord dat polderpartners in 2013 sloten te realiseren. Voor wie het nog niet wist: Nederland is hard op weg geen van deze afspraken na te komen. (Wist u overigens dat Denemarken vorig jaar 42 procent van zijn elektriciteit uit windmolens haalde? Dit geheel terzijde.)
Kamp onderschrijft andermaal de doelstelling om in 2050 zo goed als geen CO2 uit te stoten. Uitstekend, maar hoe dan? Wat is de marsroute, wat zijn de tussentijdse doelstellingen? Concreet: wanneer sluiten de kolencentrales? In welk jaar mogen nieuwbouwwijken geen gasaansluiting meer hebben? Wanneer worden benzine en diesel uitgefaseerd? Hoe wordt de Nederlandse industrie – een van de meest CO2-intensieve in Europa – verplicht om minder broeikasgassen uit te stoten? Nederland heeft een bestemming, maar hoe we die ooit bereiken, blijft volstrekt onduidelijk. Terwijl Kamp toch echt de reisleider is.
Wil Kamp wel duurzame energie? Lees verder op vn.nl.