We zijn de Rana Plaza-ramp alweer zowat vergeten. Kledingbedrijven toonden rouw en er zou geen spatje bloed meer aan ons nieuwe shirtje kleven. Onzin: de kledingindustrie is geen steek veranderd.
We zijn de Rana Plaza-ramp alweer zowat vergeten. Kledingbedrijven toonden rouw en er zou geen spatje bloed meer aan ons nieuwe shirtje kleven. Onzin: de kledingindustrie is geen steek veranderd.
Gaat u ooit nog naar uw geweten luisteren als u in het pashokje staat? Zo goed als alles wat u draagt, komt uit lagelonenlanden als India en Bangladesh. U weet dat uw T-shirt gemaakt wordt door meisjes en jonge vrouwen die werken onder omstandigheden waarin u het nog geen halve dag zou uithouden. En als uw dochter ooit in zo’n fabriek zou moeten werken, zou u de servers van Facebook laten doorbranden om haar daar weg te kunnen halen. Maar ja, deze meisjes werken in Bangladesh. Daar heerst armoede. Daar gelden andere wetten. Hun bloed op uw T-shirt is onzichtbaar.
Bedrijven hebben het over ‘de markt’, ‘de consument’ en ‘rondetafelgesprekken om dit complexe probleem met alle betrokken partijen op te lossen’ – maar uiteindelijk draait het allemaal om één ding: met welk T-shirt u naar de kassa loopt.
De kledingindustrie is geen steek veranderd, zo bleek vorige week voor de zoveelste keer.Herinnert u zich de ramp van Rana Plaza nog? In 2013 stierven minstens 1.127 Bengaalse arbeiders onder het puin van een fabriek die zo slecht gebouwd was en zo volgestouwd met machines en jonge vrouwen, dat die wel moest instorten. De voorpagina’s stonden er vol van, u tekende een petitie op Facebook en even, heel even, vroeg u zich af of een van die dode meisjes misschien uw T-shirt had gemaakt.
Kledingbedrijven toonden berouw, schoven aan bij het volgende rondetafelgesprek en tekenden een convenant waar minister Ploumen enthousiast over was. U kon weer met een gerust hart naar de kassa lopen.
Maar de kledingindustrie is geen steek veranderd, zo bleek vorige week voor de zoveelste keer. Schone Kleren Campagne publiceerde een rapport over tien Indiase fabrieken waar kleding wordt gemaakt voor de Nederlandse merken C&A, Coolcat, G-Star, McGregor, MEXX, Scotch & Soda, Suitsupply, The Sting en WE Fashion. De lonen zijn te laag en vaak onder het wettelijk minimum. Een groot deel van de arbeiders verdient te weinig om gezond en gevarieerd voedsel te betalen en moet leningen afsluiten voor ziektekosten en onderwijs voor hun kinderen.
Deskundigen zeggen dat we van consumenten niet kunnen verwachten dat ze het juiste T-shirt kopen. Het aanbod van bloedtextiel is overweldigend, consumenten hebben al genoeg zorgen aan hun hoofd, ze wantrouwen informatie van zowel ngo’s als bedrijven, lijden aan cognitieve dissonantie – en uiteindelijk zwicht ieder mens voor de laagste prijs. Ik geef ze gelijk: verwacht van consumenten geen revolutie. Of wel? Als u de volgende keer in de kleedkamer voor de spiegel staat, kijk dan ook uzelf in de ogen. Het is uw geld, u loopt ermee naar de kassa.