“Vrede? Wat is vrede?” Sornalingam Selestina (54) verwacht weinig van de vorige maand begonnen vredesbesprekingen tussen de regering en de rebellerende Tamil Tijgers. Twintig jaar oorlog op Sri Lanka hebben weinig overgelaten van haar geloof in een vredige toekomst.
“Vrede? Wat is vrede?” Sornalingam Selestina (54) verwacht weinig van de vorige maand begonnen vredesbesprekingen tussen de regering en de rebellerende Tamil Tijgers. Twintig jaar oorlog op Sri Lanka hebben weinig overgelaten van haar geloof in een vredige toekomst.
“Zolang ik hier woon, heb ik geen vrede. Ik wil een huis, land en privacy.” Selestina woont al tien jaar in Unit 6, een van de vluchtelingenkampen van Vavuniya. Het is een poel van ellende: in grote met riet bedekte barakken wonen tientallen gezinnen opeengepakt, er zijn weinig wc’s en voedsel is vaak schaars. Alcoholisme, prostitutie, geweld – het is in deze ‘Welfare Centres’ in overvloed aanwezig. Een kwart van de 800.000 binnenlandse vluchtelingen woont in vluchtelingenkampen.
Een half uur rijden van Unit 6, ligt een andere wereld. Puthayakovolkulam is een verzameling van kleine erfjes, keurige zandweggetjes en jonge boompjes. Hier wonen drieënzestig oorlogsweduwen en hun kinderen, elk op een eigen stukje land. Puthayakovolkulam is onderdeel van Rapid II (Rehabilitation Assistance Project for the Internally Displaced) een gezamenlijk project van Care, de regering van Sri Lanka en enkele lokale niet-gouvermentele organisaties (ngo’s). De Europese Unie financiert.
Op erf nummer 18 woont Ganesh Revathy (41). Revathy straalt als ze vertelt over de verschillen tussen Puthayakovolkulam en de Welfare Centres van Vavuniya, waar ze drie jaar woonde. “Hier heeft ieder een eigen huis en land. Ik voel me veilig. Hier kun je de draad van je leven weer oppakken.” Haar dochter werkt als leerling-administrateur bij de gemeente van Vavuniya – een zeldzaamheid voor Tamils.
Revathy is ook lid van het buurtcomité van Puthayakovolkulam. Het comité heeft een grote wens, zegt Revathy: “We willen graag een dak boven ons hoofd.” Want in 2001 kwamen de Sri Lankaanse regering en de lokale ngo SEEDS overeen om samen stenen huizen te bouwen. SEEDS zou voor het huis zorgen en de regering voor het dak. Maar de Sri Lankaanse regering klaagt over het teruglopen van ontwikkelingsgelden. Daarom wonen Revathy en haar buurtgenoten nog in de rieten hutjes, en de geiten en kippen al anderhalf jaar in de stenen huizen zonder dak.
“Dat is het probleem met vrede”, zegt een directeur van een internationale ngo in hoofdstad Colombio met een zuur lachje. “Nu het vredesproces wortel lijkt te schieten, denken veel donoren dat de geldkraan langzaam dichtgedraaid kan worden. Alsof oorlog wel geld kost, en vrede niet.”