We zijn allemaal voor het milieu, tenzij het ons geld kost – net als Volkswagen. Mij lukt het niet mijn oude Mercedes naar de sloop te brengen.
We zijn allemaal voor het milieu, tenzij het ons geld kost – net als Volkswagen. Mij lukt het niet mijn oude Mercedes naar de sloop te brengen.
Ik heb ’r toch te koop gezet: mijn trouwe Mercedes-Benz 240D uit 1983. Elf jaar en ruim 140 duizend kilometer heb ik er in gereden. Ze bracht me met modder besmeurd naar verre oorden voorbij Europese grenzen, maar ook met roze ballonnen versierd naar het ziekenhuis om mijn vrouw en pasgeboren dochter op te halen. Dijk van een auto: slechts twee keer weigerde ze dienst, beide keren door een versleten accu. Mijn eerste, enige en nog altijd bloedmooie wagen staat op Marktplaats – alsof je je hond in het bos achterlaat.
Mijn geweten is verrot. Want ook al is dit hoogtepunt uit de Duitse autogeschiedenis nog goed voor honderdduizenden vorstelijke kilometers, zulke oude diesels moet je niet verkopen, maar laten slopen. Het zijn gif spuwende roetbakken die een dodelijk spoor van stikstofoxiden, zwaveldioxide en fijn stof achter zich laten.
Een vriend op Facebook reageerde verbaasd dat ik ’m niet liet slopen. ‘Nu gaat iemand anders er mee ronddampen.’ Dacht het niet. ‘Sloop = moord,’ antwoorde ik. Maar het is juist andersom: verkoop is moord. Haar uitlaatgassen zijn slecht voor het milieu, maken mensen ziek en laten ze eerder sterven.
Waarom laat ik ’r niet slopen? Omdat ze met gemak 3.500 euro op kan brengen. Dit is de ongemakkelijke waarheid: als het erop aankomt, vind ik geld belangrijker dan een schoon geweten. Ondertussen maak ik mezelf wijs dat ik dankzij die 3.500 euro een modernere en dus schonere auto kan kopen. Voor dat geld moet ik heel wat stukjes tikken.
Waarom doe ik ’r eigenlijk weg? Niet omdat ik naar mijn geweten luister, maar omdat de overheid me daartoe dwingt. Eerst door de wegenbelasting van mijn Benz van nul naar 1440 euro per jaar te verhogen, daarna door me te verbieden de Utrechtse en binnenkort de Rotterdamse binnenstad te betreden. Niet verlichting, maar dwang stuurt mij.
Wekelijks kapittel ik politici en bedrijven over hun kortzichtigheid, gebrek aan moed en hun, tja, verrotte geweten. Zelf blijk ik geen haar beter dan Volkswagen en andere automerken met hun vuige manipulatie van milieutests. Alleen immense boetes van een toezichthouder (16 miljard euro in de VS) en catastrofaal imagoverlies brengt hen tot inkeer.
Er gaapt een diepe kloof tussen burger en consument, zeggen commentatoren als hun gevraagd wordt waarom mensen als u en ik wel zeggen dat ze om het milieu geven, maar daar niet naar handelen. Ik troost mij met de gedachte dat uw geweten brandschoon is, en bid voor een strenge overheid die mij op het rechte pad houdt.