De rechter baseerde zich op vaststaande feiten, verklaarde hij toen hij Nederland verplichtte de broeikasuitstoot met 25 procent te verminderen. Dat had de politiek al veel eerder kunnen doen.
De rechter baseerde zich op vaststaande feiten, verklaarde hij toen hij Nederland verplichtte de broeikasuitstoot met 25 procent te verminderen. Dat had de politiek al veel eerder kunnen doen.
Ze hoopte op een wijze en moedige rechter. Die kreeg ze: de rechtbank geeft Urgenda en haar directeur Marjan Minnesma gelijk in de ‘Klimaatzaak’ die het tegen de Staat der Nederlanden aanspande. Urgenda vindt dat Nederland onvoldoende doet om klimaatverandering tegen te gaan. De Haagse rechter is het daarmee eens, en stelt dat de Staat de ‘zorgplicht’ heeft om burgers te beschermen tegen de ‘gevaren’ van ‘onomkeerbare klimaatverandering’. En dus moet Nederland in 2020 25 procent minder broeikasgassen uitstoten ten oprichtte van 1990. Het huidige klimaatbeleid – dat inzet op 17 procent minder broeikasgassen – is dan ook ‘onrechtmatig’. Al tijdens het voorlezen van dit historische vonnis, klonk er gejuich in de rechtszaal.
Voor bezorgde wetenschappers, betrokken burgers en columnisten die zich wekelijks druk maken over het lakse klimaatbeleid (zoals ondergetekende) bevat het vonnis enkele hartverwarmende passages. Zo is klimaatverandering volgens de rechter toch echt een gevaarlijk probleem, veroorzaakt door menselijk handelen. Een opwarming van de aarde van meer dan 2 graden zal tot gevaarlijke en onomkeerbare klimaatverandering leiden, zo wijzen de feiten uit, en dus is een reductie van 25 tot 40 procent nodig. De rechter verklaarde zich overigens nadrukkelijk niet in wetenschappelijke discussies te willen mengen, maar zich te baseren op feiten die door zowel Urgenda als de overheid worden erkend.
En ook al is Nederland verantwoordelijk voor slechts een deel van het probleem, en ook al is een mondiale oplossing noodzakelijk, dan nog is Nederland verplicht te doen wat nodig is: veel minder broeikasgassen uitstoten. Gewoon, wat elke Nederlandse politieagent tegen u zegt als u door rood rijdt: ‘Het maakt niet uit dat iedereen dat doet, u mag niet door rood rijden.’
Saillant is dat niet ver van de Haagse rechtbank vandaan, in 2012 op het Binnenhof een motie van de Partij voor de Dieren resoluut werd verworpen. De partij wilde dat Nederland in 2020 40 procent minder broeikasgassen zou uitstoten, net als de eis van Urgenda. Slechts 12 van de 150 Kamerleden steunden de motie. De Nederlandse politiek wil dus helemaal niet wat de rechter nu gebiedt. Mag de rechtspraak zich zo nadrukkelijk in de politieke besluitvorming mengen? Ja, zegt de rechter. Nederland kent geen strikte scheiding in de trias politica, maar een zorgvuldig evenwicht. En als politici hun burgers niet beschermen, mag een rechter ingrijpen. Eigenlijk is een reductie van 40 procent vereist, maar om de staat enige mate van ‘beleidsvrijheid’ te gunnen, legt de rechter een reductie op van 25 procent, de ondergrens om ernstige klimaatverandering te voorkomen.
En gelijk heeft hij. Want stel: een dijkgraaf weigert de dijken te verhogen, terwijl hij erkent dat dijkverhoging noodzakelijk is om overstromingen te voorkomen. Ondanks protesten houdt de dijkgraaf voet bij stuk: andere heemraadschappen verhogen ook niet, de polderraad moet er over beslissen en o ja, het kost veel geld. Bezorgde polderbewoners zijn er niet gerust op: er is geen twijfel, maar onwil, terwijl het land onder de waterspiegel dreigt te verdwijnen. De dijkgraaf doet zijn plicht niet: het beschermen van de polder en zijn bewoners.
Je zou deze dorpelingen een dappere en wijze rechter gunnen die de dijkgraaf tot de orde roept. Waarvan akte.
Dit stuk staat ook op de website van Vrij Nederland.