Ik kan er slecht tegen: niet geremd door enige kennis jezelf als baken van gezond verstand beschouwen met eigenbelang als onvermijdelijk eindpunt van je redenering.
Ik kan er slecht tegen: niet geremd door enige kennis jezelf als baken van gezond verstand beschouwen met eigenbelang als onvermijdelijk eindpunt van je redenering.
Ik ken weinig mensen die mordicus tegen windmolens zijn. Ligt ongetwijfeld aan mijn vriendenkring van linkse braveriken die keurig biologisch vlees kopen, D66 of GroenLinks stemmen en een kleine, zuinige auto rijden omdat ze ‘bijna alles op de fiets doen’. Toch blijk ik bevriend met ze te zijn: onvervalste tegenstanders – gewoon, omdat die krengen lelijk zijn, ze op subsidie draaien en omdat het allemaal overdreven is, dat groene gedoe.
We stonden op de steiger van de jachthaven, beetje te ouwehoeren over onze zeilboten. Het zeilseizoen begint bijna, plannen voor nieuwe tochten krijgen vastere vorm. ‘Maar ja, het IJsselmeer is het IJsselmeer niet meer,’ zei een van hen. ‘Overal komen die vreselijke windmolens. Doodzonde: waar je ook zeilt, je ziet ze altijd.’
Dit bleef het beslissende argument: ze verpesten het uitzicht en het IJsselmeer moet blijven zoals het is. Cijfers, ratio en nuance waren ondergeschikt, belangrijker is het gevoel dat er weer eens onzinnige plannen zijn bedacht door wereldvreemde ambtenaren, dat in Nederland voor de zoveelste keer gezond verstand moest plaatsmaken voor morele doordraverij en dit alles overgoten met een scheutje wij-jongens-onder-mekaar-begrijpen-dat-maar-de-rest-van-de-wereld-is-achterlijk. Een manier van redeneren die bouwvakkers, taxichauffeurs en niet-lullen-maar-poetsen-ondernemers verbindt in hun voorliefde voor De Telegraaf.
Lees verder bij Vrij Nederland (gratis!).