Grenzen dicht in tijden van crisis? Juist vrijhandel kan onze economie uit het slop trekken, betoogt Pascal Lamy, voorman van de Wereldhandelsorganisatie. Maar zwak Europees leiderschap staat een oplossing in de weg.
Grenzen dicht in tijden van crisis? Juist vrijhandel kan onze economie uit het slop trekken, betoogt Pascal Lamy, voorman van de Wereldhandelsorganisatie. Maar zwak Europees leiderschap staat een oplossing in de weg.
We hadden al een tijdje niets meer van hem gehoord: Pascal Lamy, directeur-generaal van de Wereldhandelsorganisatie (WTO). Echt verwonderlijk is dat niet. De kredietcrisis heeft de onderhandelingen over een nieuw handelsakkoord nagenoeg stil gelegd. Doel van zo’n akkoord is om een groot aantal handelsbelemmeringen op te ruimen, zodat arme landen makkelijker hun bananen of cacao kunnen exporteren. Of dat ze niet alleen pinda’s aan het Westen mogen leveren, maar ook iets dat meer winst oplevert, zoals pindakaas. Politici hebben nu wel wat anders aan hun hoofd – krimpende economieën, groeiende werkloosheid – dan het sluiten van internationale handelsverdragen. Toch gelooft Lamy nog altijd in zijn missie: een wereld waarin internationale handel niet wordt belemmerd door landsgrenzen. Hij ziet de WTO zelfs als een schoolvoorbeeld van mondiaal bestuur dat wereldwijde crises het hoofd kan bieden, zo vertelt hij OneWorld tijdens een driedaags bezoek aan Nederland.
De kredietcrisis heeft niet geleid tot een golf van protectionisme, zoals velen, waaronder u, bij aanvang vreesden. “
“Inderdaad, landen vergrijpen zich niet aan maatregelen die hun economie beschermen ten koste van die van andere landen. Dit gebeurde wel in de jaren dertig van de vorige eeuw, toen overheden de import van producten bemoeilijkten zodat hun eigen bedrijven geen buitenlandse concurrentie ondervonden. Er ontstond een neerwaartse spiraal van protectionistische maatregelen. De wereldhandel daalde dramatisch, met alle economische schade van dien.”
Toen ontstonden er handelsoorlogen tussen verschillende landen. Waarom nu niet? De crisis is er groot genoeg voor. “
“De WTO, en haar voorganger de GATT, zijn juist in het leven geroepen (in 1995, red.) om de handelsoorlogen in de toekomst te voorkomen. Zelfs bij deze crisis van historische omvang, lukt dat. Het systeem werkt. De WTO is een voorbeeld van goede global governance, mondiaal bestuur. Onze afspraken reguleren de wereldhandel en voorkomen dat landen handelsbarrières opwerpen, zoals hoge importtarieven. Daarnaast hebben we krachtige middelen om naleving af te dwingen, zoals een tribunaal dat straffen kan uitdelen aan lidstaten die de regels overtreden. Vergeleken met andere mondiale kwesties – mensenrechten, veiligheid, klimaatverdragen – is het internationale handelssysteem behoorlijk sterk ontwikkeld.”
De wereldhandel is de afgelopen decennia fundamenteel veranderd, benadrukt Lamy. “Handel bestond vroeger voornamelijk uit het exporteren van kant en klare goederen die elders werden geconsumeerd. Nu is dat totaal anders. We zijn veel afhankelijker van elkaar geworden. Onderdelen worden verscheept uit het ene land en in een ander land gemonteerd. Waar wordt bijvoorbeeld een iPad gemaakt? Moeilijk te zeggen: het ontwerp is Amerikaans, de onderdelen komen uit verschillende landen en het eindproduct wordt in China in elkaar gezet. Protectionistische maatregelen schaden direct onze eigen bedrijven, want dan kunnen die hun onderdelen niet meer verhandelen of hun eindproducten niet meer maken. Met andere woorden: de regels zijn veranderd, maar het spel zelf ook.”
Toch bestaan er nog veel handelsbelemmeringen die arme landen schaden. De laatste grote onderhandelingsronde, de Doha-ronde, moest verbetering brengen, maar deze ligt volledig stil. “
“Voortgang is mogelijk, maar niet meer op de oude manier. Tot voor kort onderhandelden de WTO-lidstaten over een groot pakket van afspraken die handelsbarrières moesten slechten. Een akkoord was er over alles of niets. Nu proberen we op deelgebieden consensus te bereiken. De meeste lidstaten zien in dat er voortgang nodig is op onderdelen die voor arme landen belangrijk zijn, zoals export van landbouwproducten.”
De kredietcrisis heeft de rollen in de wereld omgedraaid: de economieën van arme en opkomende landen groeien, terwijl die van rijke landen krimpen. Is dat ook te merken in de onderhandelingen? “
“De minst ontwikkelde landen vormen een machtige coalitie binnen de WTO. Ze organiseren zichzelf steeds beter. In toenemende mate bezitten ze de kennis, capaciteiten en eensgezindheid om de onderhandelingen te beïnvloeden. De toename in Zuid-Zuid-handel helpt ook. Het wordt voor arme en opkomende landen aantrekkelijker om nieuwe akkoorden te sluiten, juist omdat ze meer internationaal handelen. Vroeger waren ze nog wel eens huiverig om hun markten ook voor anderen te openen, maar ze staan er nu sterker voor.”
Wat valt u het meest op aan de huidige financiële en economische crisis?“
“Het gebrek aan mondiaal bestuur. Het is geen toeval dat de crisis begon in de meest geliberaliseerde sector met het minste mondiale toezicht: de financiële sector. De wereld heeft meer en beter mondiaal bestuur nodig. Dit weten we al lang, ik heb het ruim zeven jaar geleden beschreven in mijn boek La Démocratie-monde. Maar van voer voor academici is het probleem helaas veranderd in bittere werkelijkheid. De wereld globaliseert steeds verder en dat vereist mondiaal bestuur om gemeenschappelijke problemen aan te pakken, zoals klimaatverandering, verspreiding van ziekten of financiële crises.”
Wat is uw oplossing? Of: Hoe ziet zo’n bestuur eruit?“
“Het begrip ‘burgerschap’ moet anders worden ingevuld, het moet niet langer nationaal maar mondiaal georiënteerd zijn. Kleine landen als Nederland, Nieuw-Zeeland of Zweden zijn zich hier vaak sterker van bewust omdat ze beseffen dat ze onderdeel zijn van een groter geheel. Voor grote landen ligt dat anders, en het is een complexe uitdaging om ook hun besef van burgerschap te veranderen.”
De trend lijkt omgekeerd. Ook in kleine landen als Nederland steken populisme en nationalisme de kop op. “
“Klopt, maar dat is niet het hele verhaal. In tijden van economische en sociale tegenslag vallen mensen terug op wat hen beschermt in hun directe nabijheid. Het is klassieke antropologie: het hemd is nader dan de rok. Nationalisme en populisme winnen aan populariteit. Aan de andere kant zien we dat technologie ons in staat stelt om burgerschap mondialer in te vullen. Kijk naar de Arabische lente, waar sociale netwerken als Twitter en Facebook een grote rol spelen. Vroeger deelde je pamfletten uit aan buurtbewoners, nu stuur je een tweet die de hele wereld bereikt. Met andere woorden: er zijn mogelijkheden genoeg om burgerschap internationaler te maken.”
Tot slot: hoe beoordeelt u als oud-EU-commissaris het Europese leiderschap in de crisis?“
“Het Europese leiderschap is zwak. Het is chaotisch, slecht georganiseerd. Europa rommelt zich door de crisis heen. Dit staat een snelle en adequate oplossing in de weg. Mijn meeste tijd breng ik buiten Europa door, en ik merk dat de Europese aanpak van de crisis een zeer negatieve invloed heeft op de reputatie van Europa. Het zal een tijd duren voor de rest van de wereld Europa weer serieus neemt.”
Wie is Pascal Lamy?
De Fransman Pascal Lamy (1947) is directeur-generaal van de Wereldhandelsorganisatie (WTO). Zijn belangrijkste taak is ervoor te zorgen dat de 157 lidstaten blijven onderhandelen over nieuwe akkoorden die een vrijere handel moeten garanderen. Lamy was van 1999 tot 2004 Europees Commissaris voor Handel. Hij is lid van de Franse Socialistische Partij.