In Kosovo gaat deze maand het eerste project van het Small Investment Minorty Fund (SIMF) van start. De etnische onlusten van de afgelopen maanden laten zien hoe precair de situatie van met name de Servische minderheid is. SIMF wil door middel van kleinschalige projecten de veiligheidssituatie en de economische positie van de Kosovaarse minderheden verbeteren.
In Kosovo gaat deze maand het eerste project van het Small Investment Minorty Fund (SIMF) van start. De etnische onlusten van de afgelopen maanden laten zien hoe precair de situatie van met name de Servische minderheid is. SIMF wil door middel van kleinschalige projecten de veiligheidssituatie en de economische positie van de Kosovaarse minderheden verbeteren.
Twee jaar na het einde van de oorlog in Kosovo is de eerste noodhulp voorbij. Onder auspiciën van de Verenigde Naties wordt nu een democratische, multi-etnische samenleving opgebouwd waarin plaats is voor alle minderheden. Maar dat laatste komt vooralsnog moeilijk van de grond. De etnische minderheden in Kosovo worden door de Albanese meerderheid (zo’n negentig procent van de totale bevolking) beschuldigd van collaboratie met de Serven en de stelselmatige wraakoefeningen maken het leven voor hen zwaar, zo niet onmogelijk. Sinds de zomer van 1999 is naar schatting de helft van de Servische bevolking gevlucht. Ook de Bosniaks (Servisch sprekende moslims), Turken, Roma, Ashkali (Albanees sprekende zigeuners) en Gorani (een minderheid uit het Gora-gebied in Zuid-Kosovo) leven veelal in afgezonderde, door KFOR-militairen bewaakte gebieden.
SIMF wil het tij voor hen keren. Met onder andere Nederlandse steun (van 1999 tot en met 2002 is 2,6 miljoen gulden uitgetrokken) zet het relatief kleinschalige projecten op. Snelle, tastbare resultaten moeten het dagelijks leven verbeteren. Een kleine greep uit de ophanden zijnde projecten: het restaureren van een kleine betonfabriek, waardoor twintig Serven weer aan het werk kunnen, het inrichten van een managementschool voor vierhonderd Servische studenten, het geven van computercursussen aan Bosniaks en het decoreren van een disco voor Roma-kinderen. Deze maand start het eerste project: de verbouwing van een verwoest slachthuis voor Ashkali in het stadje Podujevo, waardoor vijftien nieuwe arbeidsplaatsen ontstaan.
Martin Neureiter coördineert SIMF vanuit Priština. Neureiter: “De etnische minderheden in Kosovo krijgen veel te weinig aandacht. Behalve dat hun economische positie en veiligheidssituatie veel te wensen over laat, voelen ze zich hierdoor ook buitengesloten en nemen ze geen deel aan de democratie. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van oktober vorig jaar deden de Servische minderheid, de Roma en sommige Turken niet mee. Dat is een slecht teken. We hopen dat de minderheden door ons werk meer vertrouwen hebben in het nieuwe Kosovo, en dus mee zullen doen aan de komende, landelijke verkiezingen.”