Nederland telt 2,6 miljoen watersporters, allemaal natuurliefhebbers. Helaas veroorzaken ze veel vervuiling. Diesel, pak's, E-colibacteriën en algwerende verfsoorten zijn funest voor het water.
Nederland telt 2,6 miljoen watersporters, allemaal natuurliefhebbers. Alleen veroorzaken ze veel vervuiling. Diesel, pak’s, E-colibacteriën en algwerende verfsoorten zijn funest voor het water.
Gracieus laveren de witte zeiltjes over het meer. De lucht is helblauw met her en daar een stapelwolkje. Enkele motorbootjes liggen voor anker en vanaf de groene waterkant hebben kinderen de grootste waterpret. Dat tafereel zal ook deze zomer volop te zien zijn op en rond het Nederlandse water. Maar het plaatje heeft een keerzijde, want in hun kielzog en onder de waterspiegel laten veel boten nog steeds een smerige troep achter. Terwijl dat toch echt anders kan.
Diesel en olie zijn een deel van het probleem. Watergekoelde uitlaten van de scheepsdiesels en buitenboordmotoren lozen kankerverwekkende pak’s (polycyclische aromatische koolwaterstoffen) en vetgesmeerde schroefaslagers (ouderwets, maar heel betrouwbaar) drukken afgewerkt vet het water in. Olie en diesellekkages van de motor komen in de bilge terecht (ruimte onderin de boot), om maar al te vaak overboord te worden gepompt.
Een speciaal probleem vormt het ‘zwart water’; jargon voor het water van de scheepstoiletten. Het vaar- en zwemwater wordt daar niet frisser van. Jaarlijks worden in Nederland tienduizenden zwemmers ziek door het met bacteriën verontreinigd oppervlaktewater. ‘Hoewel het water de laatste decennia een stuk schoner is geworden’, schrijft het Watersport- verbond in een brochure, ‘moet er nog veel gebeuren om ons recreatiewater voor de toekomst in stand te houden.’
Ruim tien jaar geleden liet de branchevereniging Hiswa onderzoek doen naar de vervuiling die fecaliën van watersporters veroorzaken. Lees verder bij de Volkskrant.